maandag 28 januari 2013

Gezocht voor bij de sushi: Japanse vrouw

Smaakt sushi lekkerder als je tegenover een Japanse zit? Laatst liep ik langs een sushi bar en zag twee mannen aan elk een tafeltje zitten. De ene zat tegenover een Japanse vrouw. Geen honderd-jaar-terug-in-de-tijd-Japanse in een zijden jurk en met een knot haar met twee breinaalden er in. Nee, zijn tafeldame was gewoon een moderne vrouw met een roze shirt van Abercrombie & Fitch, gouden oorringetjes in en een kek spijkerjekkie, maar toch onmiskenbaar van Japanse origine. 
De andere man zat tegenover een roodharige vrouw, type Schotse of Ierse stoot: Smal gezicht met een bleke huid met sproeten, groene, ronde ogen en een olijk wipneusje. Allebei hele leuke vrouwen, denk ik, maar stel nou dat beide mannen exact hetzelfde bestellen. De sashimi, sushi maki en nigiri wordt neergezet, een kopje thee wordt ingeschonken, de sfeer is aan beide tafels ronduit aangenaam. Beide heren pakken de stokjes, klemmen deze tussen de Hollandse worstenvingers en pletten ietwat onhandig de prachtig opgemaakte sushi half plat. Dan brengen ze de sushi voorzichtig naar hun mond, kijken ze schuin over de sushi naar hun disgenoot -indruk wordt vastgelegd door hersencellen-, glimlach, hapje in de mond, nog een glimlach, kauwen, proeven, heel kort de ogen dicht, doorslikken en, vooruit, nog een glimlach. Wat denk je? Smaakte die sushi nou even lekker voor beide mannen? Ik denk het niet.

Heston Blumenthal en Multi-sensory cooking

De Britse chefkok/laborant Heston Blumenthal doet er al jaren onderzoek naar, dat multi-sensory cooking. In zijn TV show en kookboek "In search of perfection" gaat hij niet alleen op zoek naar de beste ingrediënten en bereidingsmethoden om mond en neus te bekoren, maar ook naar factoren die de andere zintuigen prikkelen. Zo kun je in zijn restaurant in hartje Londen het gerecht Sounds of the Sea bestellen. Naast een bord met de prachtigste stukjes vis, schaal- en schelpdieren, gedecoreerd met diverse soorten zeewieren, krijg je tevens een koptelefoon. Tijdens het eten hoor je dan de branding die kapot slaat op het strand, met zo af en toe het geluid van een meeuw, het gelach van een spelend kind en het getoeter van een schip ver weg op zee... Wauw!

De industrie weet het ook!
een authentiek Bertolli omaatje
Helaas heeft de industrie dit ook ontdekt. Alleen wordt in dat geval niet iets heel lekkers nog lekkerder gemaakt door een mooie, stijlvolle verpakking. Nee, een vlakke, goedkope bak stijf-geconserveerde producten (denk aan lasagne-uit-een-pakje, denk aan Limburgse-arpergesoep-uit-een-zakje, dat soort werk) wordt met behulp van "ambachtelijke reclames" en natuurlijk "volgens traditioneel recept" tot iets schijnbaar eetbaars geüpgraded. Dat traditionele recept bevat trouwens verbazend vaak de ingrediënten zout, kostenreductie, emulgatoren, above-the-line-marketing, nog meer zout, production efficiency, vetten en suikers en een laatste schepje zout. Maar goed, volgens de reclame heeft een stokoude mama uit Toscane haar eeuwenoude recept prijsgegeven, de muziek is mooi, de mannen zijn stoer, de vrouwen sexy dus dat wordt smullen, toch?

Werkt het echt?
Werkt het echt? Zijn we zó makkelijk te neppen? Ja, ik vrees van wel. Lekker eten heeft veel, heel veel met omstandigheden te maken. Muziek, aankleding, het weer en natuurlijk de mensen bepalen voor een groot deel je eetervaring. Hoe goddelijk was die hele simpele spaghetti wel niet die je at tijdens de vakantie in Toscane! Of andersom, denk je eens in: je krijgt een heerlijk bordje nasi goring met ajam sambal voorgeschoteld, biertje erbij, schaaltje kroepoek, mjam mjam mjam. Totdat je beseft dat je in pizzeria Il Duomo bent en Mario, Toni, Andrea, Isabella en Giorgina luidkeels pizza's zoals Margherita, Pescatore en Ai Funghi bij het tafeltje met het rood-wit-geblokt kleedje van signor Cantagallo en signora Mangiamolto serveren. Ciao mama, hoe smaakt nù die nasi goring?

Doe er je voordeel mee!
Zoals de reclamejongens zeggen: "Vraag niet hoe het kan, maar profiteer er van!" De volgende keer als je risotto maakt, zet je zachtjes wat Italiaanse muziek op. En dan niet Eros Ramazzotti of Andrea Bocelli, die zijn al zo veel gedraaid in Nederland, daar kun je bijna een bal gehakt bij eten. Nee, probeer maar eens een stukje opera zoals Rigoletto of la Traviata, of draai eens Lucio Battisti of Nino Buonocore. Eet paella en veeg dan je handen af aan die gladde, niet absorberende Spaanse servetjes. Heb je meteen je herinnering aan dat restaurant in Sevilla terug. Serveer erwtensoep (met roggebrood en katenspek) in boerenbont servies en zeik over het weer. En de volgende keer als je bij McDonalds een hamburger besteld: draag gymschoenen en zet een baseball cap op, kauw tijdens het eten ook op kauwgom, zeg heel vaak "Oh my God!", "I'm like", "What ever" en vooral veel "You know", weet je. Geheid dat dan die slappe lap mager rundvlees met vette, zoute saus en sponsachtig broodje naar Amerika smaakt. Voor wat dat waard is... Muziek, borden, schalen, glazen, karaffen, n hoedje, takje rozemarijn, authentiek blikje olijfolie; het werkt allemaal!

Dan tenslotte nog een tip voor bij een romantisch etentje: steek kaarsen aan. Daar wordt elke man/vrouw mooier van. En dus jouw eten!
Eet smakelijk/Bon appetit/enjoy your meal/buen provecho/十分に召し上がれ/selamat makan/胃口好/bon όρεξη/bon étvágyat*
(*) omcirkel wat op je eten van toepassing is.

Links:
Een link naar een datingsite, gespecialiseerd in Japanse vrouwen leek me wat ongepast...

vrijdag 18 januari 2013

Arancini - Siciliaanse bitterballen?


“Arancini? Wat is dat? Oh, gewoon een bitterbal, maar dan met gele rijst!”. Helaas, als je arancini beschrijft kun je dit soort ietwat minachtende reacties krijgen. Maar daar waar bitterballen veelal uit de diepvriesdoos van de fabriek komen, daar wordt op Sicilië deze lekkernij vooral zèlf gemaakt. En natuurlijk wordt er over elk onderdeel van de receptuur vurig gediscussieerd: kippenbouillon, runderbouillon of visbouillon. Met of zonder saffraan. Een vlees of visvulling. Er zal geen ingrediënt zijn dat niet ter discussie wordt gesteld! In het prachtige kookboek "Made in Sicily" vertelt Giorgio Locatelli over de historie en achtergrond van arancini, wat letterlijk kleine sinaasappeltjes betekent. En daarom vind ik dat er sowieso saffraan in moet! 

Giorgio Locatelli - Made in Sicily

los maken van couscous
kaft Made in Sicily
Ik ben dol op kookboeken waar méér in staat dan alleen de recepten zelf. Natuurlijk moeten er mooie foto's van de ingrediënten en het gerecht zelf in staan. Maar juist de achtergrondverhalen en de verschillende versies van de ontstaansgeschiedenis van de gerechten zorgen er voor dat ik een kookboek echt ga lezen.

Het eerste boek van de Lombardijse chef Giorgio Locatelli, "Made in Italy" voldeed daar in alle opzichten aan. Giorgio woont al weer aardig wat jaartjes in Londen en spreekt Engels zoals alleen een Italiaan Engels kan spugen. Geweldig! Kijk maar eens op dit filmpje. "Made in Italy heb ik dan ook bijna van kaft tot kaft gelezen. De opvolger, "Made in Sicily" verbaasde me in eerste instantie. Waarom schrijft een Lombardijn over een zuidelijk eiland als Sicilië? Maar ja, waarom schrijft een Hollander over Italiaanse chefs? Gewoon lezen dus. En toen werd ik weer gegrepen door de verhalen, de foto's, de indrukken en ja, ook de gerechten: Briaciolette alla Messinese, Coniglio in agrodolce, Timballo di maccheroni en natuurlijk ook Arancini!

Arancini
De essentie van arancini is dat je van (restjes?) risotto balletjes draait, deze vult met (restjes?) vlees, vis en/of groente en deze gevulde balletjes een korstje van paneermeel geeft (van restjes brood?) alvorens je ze in olijfolie frituurt. In mijn geval heb ik de risotto en de paneermeel er speciaal voor gemaakt, maar qua vulling had ik inderdaad nog wat liggen: heerlijke speklapjes. En  ja, spek, venkelzaad en citroen gaan natuurlijk super samen! Kijk maar wat je hebt liggen.  


Ingrediënten
200 gram risottorijst, zoals arborio of carnaroli
600 ml kippenbouillon
15 gram saffraan
25 gram Parmezaanse kaas of een andere pittige, oude kaas
100 gram speklap
1 theelepel venkelzaad
rasp van 1 citroen
2 tomaten
100 gram doperwten
1 bol mozzarella
1 ei
150 gram paneermeel
200 ml gewone olijfolie (extra vierge is een beetje duur om in te frituren)

Voor de rijst
Breng de bouillon aan de kook en voeg de saffraan toe. Kook de risottorijst in circa 18 minuten in de saffraanbouillon gaar. Voeg zo nodig iets water toe. De risottorijst moet op het einde een beetje klef zijn: niet te nat maar ook niet te droog. Laat iets afkoelen (ongeveer 15 minuten) en rasp dan de Parmezaanse kaas er door heen. Schep dan de rijst op een bord en laat volledig afkoelen.

Voor de vulling
Kruid de speklap met venkelzaad, peper en zout en bak deze in circa 10 minuten op half vuur knapperig en bruin. Haal uit de pan en snijd in kleine dobbelsteentjes. Snijd de tomaten in kleine blokjes en bak circa 2 minuten mee in dezelfde koekenpan. Voeg het rasp van de citroen, de spekblokjes en de doperwten toe en breng op smaak met peper en zout. Schep het mengsel uit de pan in een bakje en laat afkoelen. Snijd de mozzarella in kleine blokjes. Als de vulling is afgekoeld, meng je de mozzarella er door heen. Als de vulling te warm is gaat de kaas meteen smelten, dus even geduld...

Balletjes maken
Neem een groot plat bord en twee diepe borden. Breek het ei in een diep bord en sla het even los met een vork. Doe de paneermeel in het tweede diepe bord. Maak van de rijst allemaal balletjes ter grootte van een pingpongbal en leg deze op het platte bord. Je moet er zo’n 18 a 20 kunnen maken. Maak met je duim een gat in het balletje en schep hier wat van de vulling in. Sluit de bal weer en leg terug. Rol een bal om en om door het ei en dan meteen door het paneermeel. Zorg dat de bal aan alle kanten de paneermeel heeft geraakt. Herhaal dit één voor één voor alle ballen.

De finish
Verhit 200 ml olijfolie in een half hoge pan tot zo’n 170 graden. De olie mag niet boven de helft van de pan komen. Als je geen thermometer hebt, kun je een stukje brood in de olie gooien als test. Als de olie rondom het broodje begint te bruisen, is de olie heet genoeg. Frituur nu de ballen in circa 4 minuten waarbij je de ballen om de 30 seconden even omdraait met een schuimspaan. Zorg ervoor dat je niet te veel ballen tegelijkertijd bakt. De ballen moeten voldoende ruimte hebben. Laat de ballen even uitlekken op keukenpapier.

Eet de arancini als snack of als antipasti. Ook koud (in de rugzak tijdens een wandeling door het bos) zijn ze erg lekker, maar warm zijn ze toch het lekkerst.

Links:

zondag 13 januari 2013

Super-kakmaddafakka-hete-tomatenchilisaus

In deze koude januari dagen moet je jezelf wel warm houden. Let op: met deze super-kakmaddafakka-hete-tomatenchilisaus met koriander gaat dat helemaal goed komen! Heerlijk op een stokbroodje met gegrilde kippendijen, op rijst met wat groente, op bonen met spek,  en -voor de exotische Hollanders- op n broodje ouwe kaas.


Koriander
Het is alweer een tijdje geleden dat ik voor het eerst verse korianderblaadjes in een gerecht gebruikte. Of beter gezegd: het gerecht totaal verknalde. Gegrilde tonijn met rode grapefruit, avocado, crème fraîche en dus een beetje koriander. Ik had alleen de foto (het recept zelf niet) kende koriander nog niet en had bij de groenteboer gewoon een bosje gekocht. Hak, hak, hak, hele hand verse koriander er over heen, en die zalige tonijn smaakte dus naar zeepsop. Gatverdamme! Nu weet ik dus dat ik gewoon niet te veel moet gebruiken, maar zelfs dat is voor sommige mensen too much: Het is echt een "je vindt het lekker of juist vies" kruid. In deze salsa is de smaak van koriander matig aanwezig, maar als je weet dat je geen fan bent, dan kun je het vervangen door bladpeterselie en/of basilicum met een scheutje dreft!

Habanero
Hier ga ik niet heel veel over zeggen, anders dan de anekdote dat mijn zoontje van twee in een supermarkt dacht dat het een kleine variant gele paprika was en bijna aan het knabbelen was. Nee, de habaneropeper, met een score van meer dan 100.000 op de schaal van Scoville één van de meest hete pepers op de planeet, moet je op YouTube zien. Om te huilen, zo leuk! Don't try this at home...



Stokbroodje met gegrilde kippendijen, voor negen kerels
Ingrediënten
3 stokbroden, of ander stoer brood
9 kippendijen, ontbot

Voor de tomatenchilisalsa:
1 habanero peper
5 teentjes knoflook
8 pruimtomaten
3 sjalotjes
1 limoen
2 eetlepels verse korianderblaadjes (gedroogd is geen optie)

Bereiding
Maak eerst de salsa. Dit kan een uur van tevoren maar ook prima een hele dag (of zelfs een paar dagen) vooruit. Laat een brede koekenpan of braadpan met een dikke bodem heet worden, zet dan op half vuur.  Rooster in deze droge pan de ongepelde knoflookteentjes, het pepertje en de tomaten in 5 a 10 minuten. Draai ze af en toe om.

Snipper tussendoor de sjalotjes heel fijn. Hak de koriander grof en rasp en pers de limoenen.

Haal de knoflookteentjes uit de pan, verwijder het schilletje en doe in een vijzel. Neem het pepertje uit de pan, snijd doormidden, verwijder de pitjes, hun lijst (dat wat de pitjes bijeen houdt) en het steeltje en voeg alleen het vruchtvlees toe aan de vijzel (of de helft van het vruchtvlees, of een kwart...) en maal tot een fijne pasta. Voeg tenslotte ook de tomaten toe en maal tot een grove salsa.

Voeg de fijngesnipperde sjalotjes, de koriander, de limoenrasp en -sap toe en schep goed om.

Zet een grillplaat op het vuur en laat goed heet worden. Of steek een barbecue aan (kan ook prima in de winter!) en wacht tot de kooltjes wit zijn en er geen vlammen meer zijn. Haal de kippendijen uit de koelkast, dep droog met keukenpapier, bestrooi met zout. Grill de platte kippendijen aan beide kanten zo’n 5 minuten.

Presentatie
Snijd elk stokbrood in drie stukken en snijd deze over de lengte in. Leg op elk stuk een kippendij. Laat de mensen zelf de salsa er op scheppen. Als je vrienden je lief zijn: zet er van tevoren een bordje bij met de tekst: HEET! Zet de zon op, wat vrolijke muziek, een koud biertje erbij en hap in de heerlijke hitte.

Links:

zaterdag 5 januari 2013

Gouden risotto met garnalen

Om 2013 maar eens flitsend te beginnen: een heerlijk luxe risotto met Hollandse garnalen en saffraan. Ja, dat vind ik nou echt top. Met als basis een ongelooflijk lekkere garnalenbouillon van de Kleinste SoepFabriek en saffraandraadjes voor een prachtige kleur. Maar het meest verrassende element in deze risotto vind ik toch wel de ricotta.
foto: Antje Thijs
Sparking Gold
Oud en nieuw heeft bij ons (wij, een zooi vrienden en een hoop kinderen) altijd een thema en dit jaar was dat: Sparkling Gold. Dat betekent met name dat een aantal vrouwen los gaat op de styling van huis, tafel en outfits en dat wij (de mannen) onder het genot van een goudgele rakker het menu opstellen. En in het kader van goud vond ik een saffraanrisotto wel toepasselijk.

De kwaliteit van de Kleinste SoepFabriek
Man, wat ben ik enthousiast over de bouillons en soepen van de Kleinste SoepFabriek! Naast basisproducten als runder- en kippenbouillon is er een hele serie (soms tijdelijke) specials zoals acqua cotta, Crème Dubarry en Delhi Dapha. Ik citeer graag van de website: "In plaats van oplospoeders en synthetische smaakversterkers staat bij de KleinsteSoepFabriek het slow cooking principe aan de basis van producten. Botten, beenderen en groenten liggen urenlang te pruttelen, tot een krachtige bouillon ontstaat. Alles wat daar vervolgens aan wordt toegevoegd is enkel biologisch en natuurlijk. Net als vroeger bij grootmoeder thuis!" Voor de garnalenbouillon maakt eigenaar en chefkok Michel Jansen natuurlijk geen gebruik van botten. Wel van de schilletjes van de Noordzee garnalen van Heidema en Van der Ploeg uit Zoutkamp. Voor €4,95 heb je een topper van een bouillon!

Ricotta
En dan de secret ingredient: ricotta. Die kom je niet zo vaak tegen in risotto's. Maar wat een geweldige frisheid en luchtigheid geeft dat aan de risotto! Voor wie niet weet hoe ricotta gemaakt wordt: De wei die overblijft na het maken van kazen zoals mozzarella, kookt men nog een tweede maal. Ricotta is dan ook het Italiaanse woord voor nogmaals gekookt. Het resultaat? Ondanks dat het onder de noemer kaas valt, vind ik het meer van een grove, ietwat korrelige kwark weg hebben. De smaak is nauwelijks zout, eerder licht zuur, zacht en mild en is daarmee geschikt voor zowel zoute als hartige gerechten. Zoals in een risotto bijvoorbeeld.

Recept gouden risotto met garnalen
Ingrediënten
Bereiding
Verwarm de garnalenbouillon (400 ml) met 600 ml  water, het laurierblad, saffraan en naar smaak nog wat zout. Ik heb de laatste keer 3 eetlepels zout gedaan en dat was niet helemaal goed. De bouillon moet zout zijn, maar je mond moet niet scheef trekken omdat je het gevoel hebt uit de Noordzee te slurpen. Eén eetlepel is waarschijnlijk genoeg, maar proef gewoon even. Snipper de sjalotten/sjalotjes heel fijn en bak deze met wat olijfolie in een hapjespan in vijf minuten glazig. Voeg de rijst toe aan de uien en bak 1 minuut. Zet het vuur onder de rijst nu wat hoger. Voeg de wijn toe en laat geheel verdampen. Schep dan een soeplepel bouillon bij de rijst en roer. Blijf roeren tot de rijst bijna al het vocht heeft opgenomen, maar nog wel 'nattig' is. Voeg zo iedere keer een soeplepel bouillon toe totdat de rijst beetgaar ('al dente') is. Dit duurt ongeveer twintig minuten.

Hoeveel 'wat hoger' is, hoe nat 'nattig' is: het is geen exacte wetenschap en je zult er een gevoel voor moeten ontwikkelen. Is het vuur te hoog, dan wordt de buitenkant van de rijstkorrel te snel gaar en ontstaat de romige afscheiding al terwijl de kern nog ongaar en dus vervelend hard is. Is het vuur te laag, dan valt de korrel uiteindelijk uit elkaar en ontstaat een rijstepap. ook lekker, maar geen
risotto. 

Rasp ondertussen de grapefruit en de citroen. Ik gebruik daar een super-de-luxe rasp voor van Edgeware en  krijg dus superveel schaafsel en ook nog eens superfijn. Met een huis-tuin-en-keuken-rasp zal het vast ook lukken, maar misschien heb je dan nog een extra citroentje nodig voor hetzelfde frisse effect. Ik gebruik alleen de schil in dit recept. Het vruchtvlees kun je dus voor iets anders gebruiken: je ontbijt van de volgende dag of zo.

Als de risotto beetgaar is, haal je de pan van het vuur. Voeg de boter, ricotta en de schaafsels toe en dek twee minuten af met een deksel of een vel aluminiumfolie. Voeg dan als allerlaatste de Hollandse garnalen toe. Schep de risotto in diepe borden, besprenkel met een beetje olijfolie. Ruk een knisperend wit wijntje open, eet met een vork en geniet van best een decadent maar o zo lekker bordje heerlijkheid!